Alcohol en Schuldgevoel, une danse macabre

Als jong meisje zocht ik voor mijn diepste zorgen en verlangens steun bij het Hogere. Ook vond ik mijn troost bij de dieren; de pony’s en de erfdieren van Boer de Zwart. Maar mijn ouders vonden dat ik mij moest richten op de kerk. Ik ben Nederlands Hervormd gedoopt en van jongs af aan zocht ik in de christenlijke contreille naar herkenning voor wie is was. En ‘s avonds in bed zong ik samen met mijn moeder: ‘Ik ga slapen ik ben moe, sluit mijn beide oogjes toe. Lieve Heer hou deze nacht, over Manette en J. en D.J . de wacht.’

Het idee dat er over mij gewaakt werd beviel me wel en niet. Ik voelde me naast veilig ook bespied. Ik dacht als ik niet leef zoals God het wil, krijg ik straf. Schuldinductie was een machtig instrument van de kerk. Later legde ik mijzelf de straf op en dat heette dan schuldgevoel. 

Ik was dus heel gevoelig voor schuld. Ik herinner mij een moment in mijn twintiger jaren dat ik ‘smorgens vroeg bij de huisarts kwam. Ik nam plaats op de stoel tegenover haar en vertelde waarvoor ik kwam. Terwijl ik helemaal in mijn verhaal opging, zag ik haar, van onder mijn betraande wimpers vandaan opschrijven: C2H5OH. Ik wist direct wat die scheikundige formule betekende: Alcohol. Ik was betrapt.

In plaats van het adresseren van dat ik alcohol had gedronken de avond tevoren, door zowel haar als mijzelf, bracht juist het zwijgen erover en het registreren ervan mijn schuldgevoel op gang. Alsof ze langzaam een peuk uitdrukte in mijn hart en ik besloten had geen kik te geven. Oef.

De huisarts, de autoriteit zelf vond het kennelijk een te heikel onderwerp om aan te snijden, waarschijnlijk omdat hij zelf ook graag een glaasje lustte.

Het meest afschuwelijke gevoel dat ik mij herinner tijdens mijn afkickproces van alcohol was het idee dat ik een alcoholist zou zijn. Dat ik veroordeeld zou zijn tot alcoholisme. Ik voelde daar zó ‘n afkeer van. En dat ik dan een alcoholist zou blijven tot in lengte van dagen, zoals de gangbare gedachte was. Dat ik blijvend een schuldenaar was. Wat een gruwelijk idee.

Ik zag dat beeld steeds voor me: een kringetje stoelen met voor mij moedige mensen bij AA-meetings die, bij elke keer dat ze het woord namen, hun naam moesten noemen en dan zeggen dat ze een alcoholist waren. Zichzelf telkens verbindend aan een vreselijk lot, een alcoholist te zijn en te blijven. Zo oordelend en zo hard. Ik wilde dat mijzelf persé niet aandoen. ‘Want dat bén ik helemaal niet meende ik, een alcoholist’. Een alcoholist stond voor mij voor iets heel slechts. En diep van binnen voelde ik mij geen slecht mens, ik kon dat gewoon niet geloven over mijzelf.

Het beoordeeld worden en op mijn plaats gezet worden door school, familie en kerk was er écht al genoeg gebeurd in mijn leven. Dat ging ik niet ook nog eens mezelf aandoen. 

‘In de val van de alcohol gelopen’, zo zag ik mijzelf. En alcohol was voor mij een medicijn, een verdoving voor pijn, schuld en schaamte én ook een heel verslavend goedje. Maar ook voor een moment om het leven te vieren. En daar zat nou net dat snekkie; het verslavende aspect. Dus met het gebruik van alcohol groeide alsmaar mijn verlangen naar meer roes. Maar daarmee hield ik juist ook mijn verdriet en mijn ellendige gevoelens in stand, bemerkte ik steeds vaker. Het middel bleek uiteindelijk veel erger dan de kwaal.

Als ik gedronken had begon ik ook lelijk en gemeen te doen tegen mijn liefsten en te zwelgen in mijn lijden. Bah, bah. Deze slachtofferhouding en mezelf telkens daar weer schuldig over voelen was niet best voor mijn zelfbeeld. Ik begon mijzelf en mijn weg in het leven te haten. Door dit in te zien ben ik stappen gaan zetten. Dit was mijn klassieke moment in het verslavingsproces van Rock Bottum. Het is dan zó erg geworden dat je hele wezen uitschreeuwt: ‘Het moet anders!’.  Ik wilde het leven echt gaan aankijken en niet door een alcoholwaas. Mijn verlangen naar echtheid en helder zijn won het van het verlangen naar roes. De drank moest en zou er dus uit.

Ik merkte al gauw dat ik het alleen niet kon, het stoppen met drinken. Mijn achtergrond, een drinkende vader, mijn kunstenaarsomgeving en mijn situatie als alleenstaande moeder waren gelardeerd met vele haast niet te vermijden drinkmomenten. Of ik creëerde ze gewoon zelf, want dat doet een verslaafde maar al te graag. Drinken onder het mom van alles moet gevierd worden en een douceurtje voor sociaal en emotioneel ongemak was de orde van de dag. Herkenbaar zeker ?????

Met een vooruitzicht van een drankje was het heel makkelijk mijn ferme besluiten om te minderen met drank te verliezen. Want na één wijntje verdwenen de goede voornemens weer als sneeuw voor de zon.

Want alcohol verdoofde weliswaar de pijn, maar bracht ook steeds méér drama in mijn leven. In mijn door alcohol vertroebelde geest werd alles nog veel zwaarder, slechter en pijnlijker. En telkens weer groeide mijn schuldgevoel door wat ik mij herinnerde wat ik gedaan had met de drank op. De bloedspetters op de witgekalkte muur in Egypte, de geparkeerde auto’s die ‘op mij afkwamen’ als ik met drank op reed, de kapotte spiegel die ik in razernij had kapotgeslagen. En de bange en vragende ogen van mijn kinderen. Die beelden verteerden me.

Tot ik  katsberoerd werd van mijzelf en hulp durfde te vragen. Want ook daarvoor schaamde ik mij. Ik kon dit toch zeker zélf wel.

Ik ging op zoek naar een niet oordelende partij en vond die aan het begin van deze eeuw, bij Erik Stofferus* van Stichting de Helderheid. Alleen al in het woord helderheid vond ik steun. Want dat bood een licht en luchtig vooruitzicht . Ik wilde uit de zwaarte, de nepheid en de zelfhaat veroorzaakt door mijn alcoholgebruik. Ik verlangde naar klaarheid en echtheid in mijn leven. Dat voelde als een ontmoeting met de waarheid van mijn eigen hart. En daar wilde ik er meer van. Daar was ik immers voor op aarde gekomen, voelde ik diep van binnen.

Het eerste kado dat ik kreeg toen ik stopte met de drank was dat ik mijn zelfrespect terugkreeg. Ik had mezelf ferm bij de kop en de kont gepakt. Ik vond mezelf dapper. Mijn schuldgevoelens maakt plaats voor een steeds positiever zelfbeeld. Ik voelde zelfs een glimp van geluk.

De cursus van de Helderheid bestond uit twee dagen en een terugkomavond. De cursuslocatie was perfect: aan de achterkant van de Amsterdamse Wallen. Junks en hoeren en hijgerige toeristen. De zelfkant van de samenleving was niet ver. Het hielp me vastberaden te blijven. Haha.

De eerste ochtend mochten we ook niet spreken met elkaar. Die dag stond in het teken van ‘ons waarheidsproces’. Mijn door schuldgevoelens verzwakte zelfbeeld zakte steeds verder weg in het moeras van schuld en boete. Dat was ook de bedoeling van Erik, we moesten geconfronteerd raken met de naarste en zwartste krochten in onze van alcohol doortrokken bestaan. Ons op uiterlijk schijn gerichte ego moest helemaal door het slijk voordat we op dag twee onszelf weer opnieuw mochten uitvinden vanuit ons verlangen naar Leven, naar Zuiverheid en Echtheid en naar neerzetten van waarvoor we als Ziel hier op aarde waren gekomen. Verdorie, ik was veel méér toch dan die drank.

Op de terugkomavond waren op een enkele uitzondering na de meesten helemaal klaar met het concept alcohol. Toch blijft de illusie dat drinken de verlossing brengt een hardnekkige. En zeker in deze maatschappij waarin stress en presteren en uiterlijke schijn de boventoon voeren. Ik heb zelf na deze cursus in 2003 ook nog een vette terugval gehad die zelfs járen heeft geduurd. Ik trapte er gewoon weer in, in de alcoholval, met open ogen!

En ik heb de demonische  worstelingen meegemaakt van mijn voormalige drinkmaatjes. In mijn omgeving zijn nog steeds veel High Functioning Alcoholics; zij die door hun opleidingsnivo en financiele positie hun afhankelijkheid van alcohol heel goed verborgen kunnen houden. Maar zelf ben ik er nu helemaal van af, mijn lichaam en geest en spirit zijn niet behoeftig meer naar de staat van zijn die alcohol geeft. Dat noem ik de bedrieglijke alcoholval; je denkt dat je heel leuk bent op een feestje, maar ondertussen hoort iedereen jouw verhaal al voor de derde keer voorbij komen. Ik moet er niet meer aan denken zelfs. Het druist zo in tegen hoe ik nu wil leven: volgens de waarheid van mijn hart. Daar past geen alcohol meer bij. En dat is de enige reden waarom ik het ook niet meer wil proberen, hoe lekker een mooie wijn ook kan smaken. Dat herinner ik me nog wel.

Ik ben nu extra gevoelig geworden voor alcohol. Ik merk het meteen als het toch in een toetje zit, of zelfs homeopatische druppels neem ik niet meer. Alles wat in alcohol opgelost zit heeft direct het vermogen om mijn systeem te ontregelen en wederom in een staat van slachtofferschap (pathetiek) en gemaaktheid te brengen. Mijn being op een lager trillingsniveau brengt. Ook  merk ik meteen als mensen nog wél in de alcohol gevangen zitten. Ik pik ze er zo uit, de probleemdrinkers. Ik vind dat ook heel pijnlijk om te zien.

Drank past niet meer bij mij. Ik doorzie het.

Ik wil mij liever bezig houden met  licht en helder, met bewustzijn. Ja, ik geloof dat dát het is waarom ik ook niet meer kan kijken naar mensen die drinken en het hoegenaamd heel gezellig hebben op een festival, een feest bij een optreden. Ik vind het zo jammer juist dat de meeste mensen ervoor kiezen het niet helder en helemaal niet zoals het echt is te beleven, maar juist de momenten te bekijken door die vileine, verdovende alcoholsluier.

Want kies je dan eigenlijk echt zelf voor je gedrag, je woorden, vanuit een helder hart?!  Nee, helaas. Het schuldgevoel en dr schaamte achteraf zijn helaas wel pijnlijk voelbaar op jouw eigen echte ziel. Uit die fluweelzachte kattenpootjes komen de vlijmscherpe nagels van de kater naar buiten, achteraf. En achteraf…. ja achteraf zie je het wel, als het meezit.

Ik lees net de uitspraak van zangeres Adèle over haar eigen drankgebruik: ‘Als je jezelf goed wilt leren kennen , moet je broodnuchter worden’. Zo waar. Dus die danse macabre tussen alcoholgebruik en schuldgevoel moet je bereid zijn te doorzien en aan te pakken. Het gaat erom dat je echt goed gaat kijken naar wat je nou PRECIES aan het doen bent, met je drankgebruik en dus met je leven.

Ik dronk ook omdat ik een overweldigende pijn en onmacht ervoer in mijn jonge leven. Vergeeflijk, eigenlijk, maar de schuldgevoelens veroorzaakt door mijn drankgebruik, maakten het juist moeilijk om mijzelf met compassievolle ogen te zien. En door het drinken van alcohol, ging ik mijn grenzen te buiten. Dat joeg telkens mijn schuldgevoel aan. Drank en schuld in ‘never ending loop’. Dat bedoel ik met deze duivelse dans; la danse macabre. Mildheid voor mijzelf opbrengen lukte pas na het radicaal stoppen met de drank.

Wil ik echt worden of blijven doen alsof? Dat is de hamvraag. Wil ik meedoen met de anderen, met dat wat er van mij verwacht wordt in de maatschappij, mijn gezin of relaties of kies ik voor mijzelf en leef ik in vrijheid. Wat is de werkelijkheid die ik creëer met mijn gedrag en mijn daden als ik een glaasje op heb? Wat is de Waarheid van mijn Hart, en realiseer ik die in mijn leven? En doe ik dat vanuit vrije keuze, omdat ik dat graag wil? En zeg je “cheers” met een hele grote glimlach die verbonden is met jouw grote liefdevolle, vrije en blije hart?

Wil je begeleiding van mij in dit bijzondere proces. De weg die je af gaat leggen naar jouw innerlijke vrijheid?

Lijkt je dit de moeite waard in jouw leven, meld je hieronder aan voor een kosteloze intake.


 

 

 

 

 

  • Erik heeft ook een mooi boek geschreven over zijn proces met alcohol: De Grote Verdoving.

3 antwoorden op “Alcohol en Schuldgevoel, une danse macabre”

  1. Dank voor het delen. Als alcohol komt te vallen onder verslaving dan ben je mooi in de aap gelogeerd. Maar een mooi glas wijn niet vervuilt door pesticiden door de handen van een goddelijk brouwer wordt geserveerd dan is dat een andere categorie voedsel dan die van een verslaafde op zoek naar verlossing. We kunnen niet alles over één kam scheren.

    1. En, Catharina, herken je iets in het stuk over de relatie tussen alcohol drinken en schuldgevoelens? Over verslaving en hoe die geborgd is in onze opvoeding en cultuur. Mijn verslaving uitte zich in alcohol. In plaats van alcohol had er natuurlijk ook suiker, je zelf niet goed genoeg voelen of nicotine kunnen staan.

  2. Ik las een mooie tekst van Jeff Forster over schuldgevoel. Leer het dragen in je hart en omring je kleine, schuldige ik met heel veel liefde, en de schuld smelt in jouw hart om tot liefde.

    When you say NO,
    when you set boundaries,
    you may feel… guilty.

    Wonderful. Feel guilty!
    And say no anyway.
    Set boundaries anyway.
    Speak your deepest truth anyway.

    Feeling guilty is not so bad,
    when you drench that experience
    with curious awareness.
    Hold “the guilty-feeling one” in your arms.
    Give her room.
    Breathe into the discomfort.
    Let her feel “bad” for a while.

    And speak your truth anyway.
    Say no anyway.
    Set boundaries anyway.

    You say YES sometimes to avoid the pain of guilt, don’t you?
    You ignore your own boundaries to avoid the pain?
    But the pain is bearable.
    You can survive it.
    The guilt will rise like a wave, sometimes.
    And subside. And rise again, maybe.
    And eventually pass.

    But you will stay true to yourself regardless.
    On your path. In your integrity.

    Guilt as a sweet companion.
    Guilt as a fragile child needing your love.
    Guilt as an ally on the road.

    You are not controlled by guilt anymore,
    when you are willing
    to feel it.

    – Jeff Foster

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.